Waar komen koffiebonen eigenlijk vandaan?
Grote kans dat je regelmatig geniet van je favoriete koffie maar heb je enig idee welke weg de koffiebonen afleggen voor jij er je kopje koffie van kunt drinken? We geven je een klein kijkje in de herkomst van koffie!
Bijna alle (Arabica) Koffieplanten worden eigen alleen verbouwd in de zogenaamde “Bean Belt”

De Bean Belt is het tropische gebied tussen de Kreeftskeerking en de Steenbokskeerking en ligt rond de evenaar. Hier is het klimaat met veel zon, warmte en luchtvochtigheid en het landschap met grote hoogteverschillen gunstig om koffieplanten te laten groeien. Koffieplantages liggen vaak uitgestrekt over heuvelachtig gebied. De volle zon is eigenlijk te heet voor de koffieplanten, hierdoor zie je op de plantages ook veel bananenbomen staan, deze zorgen voor voldoende schaduw op de planten.
Arabica en Robusta.. Wat maakt het verschil?
De 2 meest voorkomende koffievarianten zijn Arabica en Robusta en er zijn een aantal belangrijke verschillen tussen deze 2 soorten. Koffieplanten maken cafeïne aan als natuurlijk beschermingsmiddel tegen insecten en ziektes.
Arabica-koffie groeit op grote hoogte, vanaf 900 meter. Op deze hoogte zijn minder insecten en maakt de plant minder cafeïne aan dan een Robusta-koffieplant welke op lager niveau kan groeien en zich beter af moet weren tegen insecten en ziektes.
Je kunt je voorstellen dat een verschil in hoeveelheid cafeïne ook zorgt voor een verschil in smaak.
Arabica-koffie smaakt zachter, zoeter en verfijner dan Robusta die een veel stevigere en pittigere smaak heeft.
Ook de koffieboontjes zien er anders uit.
Arabica-boontjes zijn wat meer ovaal, lichter van kleur en groter dan de donkere, ronde Robusta-boontjes.
Ongeveer 70% van alle verkochte koffie is Arabica en 30% Robusta.
De grootste koffieproducerende landen zijn Brazilië, Colombia en Vietnam. Er is echter ook heel goede en lekkere koffie verkrijgbaar uit de kleinere producerende landen als Ethiopië, Honduras, Nicaragua en Indonesië.

Van plant tot aan de koffiebranderij
Als de koffieplant is opgekweekt en in de volle grond staat, duurt het gemiddeld drie tot 4 jaar voor dat er vruchten aan komen.
Er vormt zich eerst een klein wit bloemetje dat er uit ziet als jasmijn. Dit bloemetje groeit uit tot een groene koffiebes.
Tijdens het rijpproces groeien in de bes de 2 koffieboontjes tegen elkaar aan (zoals een pinda) en verkleurt de bes langzaam van groen naar geel tot rood. Als de bessen donkerrood zijn, zijn ze rijp en kunnen ze worden geplukt.
Dit hele proces duurt tussen de 8 en 12 maanden. Gemiddeld geeft een koffieplant 30 jaar ruim voldoende bessen om te kunnen oogsten, daarna neemt de productie af en wordt de plant vervangen door een jong exemplaar.
De rijpe bessen worden met de hand of machinaal geplukt. Dit verschilt per plantage of per land. In Ethiopië op een kleine plantage plukt men met de hand. Maar in Brazilië op plantages zo groot als de provincie Utrecht worden de rijpe bessen machinaal geplukt.
Na het plukken worden bessen ontdaan van hun schil en vruchtvlees zodat alleen de groene koffieboontjes overblijven.
Deze worden gedroogd. Dit kan zo’n 6 weken in de volle zon of in 1 dag in een droogmachine. Na het drogen worden de boontjes gesorteerd. Er wordt dan gekeken of ze zijn aangetast door een insect of een ziekte, deze boontjes worden uit het proces gehaald.
De goede boontjes worden vervolgens gesorteerd op grootte en gewicht en verpakt in jute zakken zodat ze verscheept kunnen worden naar een van de vele koffiebranderijen over de hele wereld.

Smaken verschillen
De plaats waar de koffiebonen groeien en de manier van verwerken hebben allemaal invloed op de smaak.
Zo zal een in de zon gedroogde koffieboon uit Kenia heel anders smaken dan een in de droogmachine gedroogde boon uit Brazilië.
Het geeft geen verschil in kwaliteit, wel in smaak. Het is dus zeker het proberen waard om koffiebonen uit verschillende landen te proeven als je op zoek bent naar jouw favoriete koffieboon!